Al toen ik jong was, wilde ik schrijver worden. Heel lang bleef
dit een soort ideaal beeld. In 2020 besloot ik het eindelijk
serieus aan te pakken. Dit heeft in 2021 geresulteerd in mijn
eerste publicaties.
Dankzij de boeken van Paul Biegel, Tonde Dragt en Michael Ende
ging mijn voorkeur al in mijn jeugd uit naar fantasy &
sciencefiction. Dat zijn de genres waar ik nu het meest in schrijf.
Dat dit een vreemd jaar was, zal voor niemand een verrassing zijn. Ik had alleen niet verwacht hoeveel impact het zou hebben op mijn leesgewoontes. Er zijn jaren geweest waar ik rond de 80 boeken las, maar dit jaar tik ik net de 40 aan.
De belangrijkste oorzaak is dat ik sinds de pandemie begon vrijwel alleen maar thuiswerk. Aangezien mijn belangrijkste leesmoment de reis heen en weer naar de werk in de bus was, hakt dat er flink in: dat scheelt een uur lezen per dag. Aan de andere kan: door de tijd die ik bespaarde is het me wel gelukt meer te schrijven in de avonduren.
Een van mijn favoriete boeken die ik in 2021 gelezen heb, was Blackspire van Benjamin Sperduto. Blackspire speelt zich af in New Weird stad met duidelijke grimdark invloeden. Als je van de New Crobuzon-boeken van China Mieville's New Crobuzon houdt, of meer recent (en wellicht iets beter vergelijkbaar) van Gareth Ryder-Hanrahan's The Gutter Prayer, dan beveel ik dit boek van harte aan.
Lowtown, de wijk in Blackspire waar het verhaal zich grotendeels afspeeld, is een smerige, gevaarlijke plek, maar de karakters voelen echt, het plot verweeft mysteries en politieke intriges. Ik zou graag meer lezen in deze wereld!
Helaas niet verkrijgbaar in het Nederlands.
Erin Morgenstern's the Night Circus was een eerdere favoriet en voor haar nieuwe boek The Starless Sea geldt hetzelfde. Een sterk boek over de kracht van boeken om deuren te openen naar andere werelden, in dit geval vrij letterlijk. Een magisch boek over boeken.
Helaas nog niet in het Nederlands verschenen, haar eerdere boek the Night Circus is verkrijgbaar als Het Nachtcircus.
Je bent wat mij betreft nooit te oud om te genieten van (goede) kinderboeken. In mijn 'research' voor het portal fantasy-spel waar ik aan werk, ben ik begonnen met het lezen van een aantal van de klassiekers uit het genre (Wizard of Oz, Peter Pan, etc), maar die vielen toch wat tegen naar huidige maatstaven. Vooral van Peter Pan had ik veel meer verwacht, maar een hoop actie gebeurd buiten beeld, en breek me de bek niet open over de gedateerde, vrouwonvriendelijke manier waarop Wendy wordt neergezet. Gelukkig zijn er ook nieuwe, goede toevoegingen aan het genre.
The Land of Roar van Jenny McLachlan is een erg leuk, recent boek en een goed alternatief voor mensen die de liefde voor het bezoeken van fantasie-werelden willen aanwakkeren in hun kinderen, zonder te moeten terugvallen op de gedateerde denkbeelden uit boeken als Peter Pan.
Ook in Nederlandse vertaling te vinden als Het land van Raas.
Een andere leuk jeugdboek dat ik in 2021 las, was Malamander door Thomas Taylor. Het speelt in een hedendaagse setting, maar met volop fantasy-elementen die grotendeels als vanzelfsprekend worden gepresenteerd. Een oud, krakend hotel, mysterieuze vondelingen, pratende dieren, enge zeemonsters en spoken maken allemaal hun opwachting in dit spannende avontuur.
Niets baanbrekends, maar wel super leuk! Ik zou hiervan gesmuld hebben als kind.
Ook in Nederlandse vertaling te vinden als Het geheim van de Malamander.
Tonke Dragt is een van de schrijvers die mede-verantwoordelijk is het feit dat ik zelf schrijf.
Wat heb ik haar boeken vroeger verslonden! Ik wacht al jaren op De weg naar de cel, het vervolg op haar laatst geschreven boek Aan de andere kant van de deur.
Helaas is dit boek, dat ze samen schreef met Rindert Kromhout, dat niet, het is ook geen instant-klassieker als De brief voor de koning, De Torens van Februari of De Zevensprong, maar het is een mooie ode aan een vriendschap, aan de invloed die een schrijver kan hebben op een mede-schrijver en aan de kracht van lezen.
In 2021 lukte het me om gemiddeld zo'n 100 woorden per dag te schrijven, net iets onder mijn resultaat van 2020. Geen extreem grote hoeveelheid, maar alle beetjes tellen op. Uiteindelijk leverde dit in elk geval een aantal gecompleteerde verhalen en spellen. Daarnaast heb ik flink wat beginnetjes en nog af te ronden verhalen. Een van mijn doelen voor volgend jaar is om aan minder projecten tegelijk te werken, zodat ik er ook meer daadwerkelijk af kan ronden. Ach ja, je moet blijven dromen.
Dit jaar heb ik twee verhalen afgerond. De eerste was een inzending voor Waterloper 2021. Het eindigde uiteindelijk op de 25e plek van de 40 verhalen. Niet zo hoog als ik hoopte, maar vrijwel alle juryleden hadden commentaar op de slordigheidjesfoutjes in het verhaal, dat heeft het zeker wat plaatsen gekost. Dat zal me leren om een verhaal een dag voor de deadline af te ronden, zodat er ook geen tijd meer was om het door iemand anders te laten lezen (of om het zelf iets later met frisse ogen te herzien). Dat gaan we volgende keer anders aanpakken!
Daarnaast ben ik ook gevraagd voor een verhalenbundel, waarvan alle verhalen zich (ongeveer) in dezelfde setting afspelen. Dat zal waarschijnlijk eind 2022 verschijnen. Als er meer bekend wordt, kom ik daar zeker op terug!
Van de verhalen die ik in 2020 schreef, zijn er twee dit jaar gepubliceerd. De eerste verscheen als een van de finalisten van de thema-verhalenwedstrijd van Godijn Publishing in Nevelkinderen. Het andere verhaal verscheen in een van de langstlopende Nederlandse tijdschriften voor fantasy, science fiction en horror: Fantastische Vertellingen 58. Mijn eerste echte publicaties gaven dit vreemde jaar toch een mooi tintje.
Iets anders waar ik trots op ben is A Visit to San Sibilia, een 'solo journaling roleplaying game', dat ik dit jaar ook schreef. In februari ruimde ik wat oude dozen op, en kwam ik mijn oude roleplaying boeken tegen (Dungeons & Dragons, maar ook wat andere spellen). Bij het uitdunnen van deze collectie werd mijn interesse voor rollenspellen weer aangewakkerd. Ik ontdekt ZineQuest, een evenement op Kickstarter, waarbij heel veel zines, meer indie rollespellen bij uitgebracht werden. De hele indie ttrpg (tabletop roleplaying games) scene is erg inspirerend en ik begon al snel ook mijn eigen spellen te schrijven.
Door de pandemie konden mensen natuurlijk een stuk minder samen spelen, en hoeveel online spelen een vlucht nam, nam ook het aantal solo ttrpgs erg toe. Een subgenre daarbinnen zijn de journaling spellen, waarbij je vanuit een karakter een dagboek of logboek bijhoudt. De meeste journaling spellen werken met behulp van prompts, je trekt kaarten of rolt dobbelstenen, en die geven je een bepaalde prompt om een stuk fictie te schrijven. Geïnspireerd door deze spellen schreef ik A Visit to San Sibilia. Een andere belangrijke invloedbron was het zogenaamde New Weird genre, bekend van schrijfers als Jeff Vandermeer en China Mieville. Wie mijn verhaal in Nevelkinderen heeft gelezen, komt de stad wellicht al bekend voor. In het spel is San Sibilia een stad die op geen enkele kaart voorkomt, je kan er alleen per ongeluk terecht komen en de stad laat zich ook aan elke bezoeker van een andere kant zien.
Uiteindelijk verkocht ik van de digitale versie genoeg om ook een aantal exemplaren te laten drukken: het spel is daardoor online verkrijgbaar bij FloatingChair.club. De overgrote doelgroep bevindt zich in de VS, dus ik heb het ook daar laten drukken. Mocht je belangstelling hebben, ik heb zelf ook genoeg exemplaren om het met iets goedkopere verzendkosten te verkopen.
Hoewel ik niet zo veel fictie heb gelezen of geschreven als ik vantevoren had gehoopt, ben ik blij met de resultaten van mijn werk tot nu toe. Het gevoel om fysiek een boek in handen te hebben waarin een verhaal van je eigen staat, is echt heel bijzonder.
Volgend jaar meer!